Bruggenbouwer

2560 1707 Meestersinprojecten

‘Ik vind het een super leuke opdracht! Ook nu weet ik nog niet precies waar we op uit komen. Het grote plaatje zie ik wel, maar het zou zomaar kunnen dat er een moment is waarop ik die heksenbezemboom weer tegenkom en dan ontdek, ‘oh ja, die had ik nog niet in detail gezien’. Maar ik ga het wel fixen!’

Zo vangt Marise Ent, ambtelijk opdrachtgever bij de gemeente Amsterdam, in een paar krachtige zinnen de inzichten uit ons gesprek over haar projectleiderschapskompas. We zitten aan een tafel voor twee in de Amsterdamse Hoftuin op een mooie septemberochtend in 2020. Lees hier vier koersbepalende verhalen die haar tot zover gebracht hebben. 

 

Als eerste het verhaal van de heksenbezemboom. Die staat model voor de verrassing die je in vrijwel ieder project tegen komt. In werkelijkheid speelt deze boom een bijzondere rol bij de herinrichting van het Waterlooplein, een project dat technisch  niet ingewikkeld is. Het is gewoon ‘oude bestrating er uit, nieuwe bestrating  er in, kabels en leidingen vernieuwen, bomen kappen, eentje verplaatsen, klaar is Kees!’

‘Waar ik soms moeite mee heb is het omgaan met de mondige ondernemers’ vervolgt ze. ‘De persoon van wie ik het project overnam, deed de afstemming met hen erbij, maar ik heb gezegd ‘daar moet je mij niet voor hebben’. Daar heb ik te weinig kaas van gegeten . Ik heb daarom in overleg het marktbureau van de gemeente nog meer bij de uitvoering van het project betrokken. Zij hebben de kennis en zijn bij uitstek de gesprekspartner voor de marktkooplieden. Zij beheren hun vergunningen en snappen wel hoe het werkt op de markt. Die duidelijke rolverdeling, het projectteam van de ‘hardware’ en het marktbureau van de relatie met de marktkooplieden, heeft ons gebracht waar we nu zijn. We hebben een bestek, we hebben een aannemer, een tijdelijk markt en hopelijk straks een definitieve markt.’

Toch loopt ook dit project nét iets anders dan gedacht. Dat komt door de boom met de heksenbezem. De gemeenteraad heeft een motie aangenomen om de boom vanwege zijn uniciteit als enige onder zijn soortgenoten te verplaatsen. ‘Als projectteam hebben we dat onderschat. Het riedeltje ‘boom uitgraven, op een vrachtwagen zetten en weer planten’ blijkt in de praktijk veel lastiger dan we dachten. Een grote boom als deze blijkt rechtop vervoerd te moeten worden. Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen met een netwerk van tramleidingen als een spinnenweb boven de stad! Het kost ons de nodige hoofdbrekens.’

Dan iets over de vaardigheid van ‘het grote plaatje zien’. Die komt aan het licht in de eerste grote klus die Marise als projectmanager onder handen krijgt: de afbouw van het Zuidplein een parkeergarage, een fietsenstalling en de aanleg en inrichting van het maaiveld. ‘Die klus nam ik over van een zeer ervaren  projectmanager’ vertelt ze. ‘Ik kwam en zag drie architecten, veel raakvlakken en een onbetaalbaar plan. Dit kan niet! Ik besloot op dat gevoel af te gaan. Het was de eerste keer dat ik dit deed. Super spannend vond ik het. Maar toch mijn stoute schoenen aangetrokken’.

Eerst heb ik iedereen overtuigd dat het anders moest. Vervolgens dacht ik ‘met drie 3 architecten gaat dit niet lukken. Ik kwam in contact met een ontwerper van openbare ruimtes die het wel zag zitten het ontwerp van het maaiveld voor zijn rekening te nemen. In hem vond ik een krachtige medestander en van daaruit ben ik gaan verder werken. Dat mondde uit in een nieuw ontwerp. Zo ontstaan bij mij dingen werkende weg’.

Als je dit een keer gedaan hebt dan denk je ‘oh, zo werkt het!’ Ik hou van iets maken. Van door de stad lopen en dan denken, oh ja, daar heb ik ook aan meegewerkt. Zo vind ik de Boerenweteringgarage (die later de Albert Cuypgarage is gaan heten) prachtig geworden. Ik voel me dan apetrots!’

‘Maar ik ga het wel fixen’! Op een gegeven moment kreeg ik de opleiding voor projectmanagers bij Neerlands Diep aangeboden. Daar heb ik onwijs veel geleerd. Met name dat mijn buikgevoel best goed werkt om dingen voor elkaar te krijgen!

Ik zat daar samen met projectmanagers van Rijkswaterstaat in een groep. Zij gaven mij soms het gevoel dat ik met neuzelprojectjes bezig ben. Zij met hun projecten van honderden miljoenen tegenover die van mij van hooguit tientallen miljoenen. Maar ja, ík had dan weer een leuk verhaal over een meerkoet die mijn werk stil legt dat viraal is gegaan. Tot aan de Gelderlander aan toe! Ik heb ontdekt dat wij veel meer creativiteit in onze projecten kunnen leggen.

Ik heb ook geleerd dat ik dingen niet kan. Daarom verzamel ik mensen om mij heen die iets meebrengen wat ik niet heb. Zij vullen als het ware mijn blinde vlek in. Ik neem altijd de beslissingen, maar ik bewandel niet altijd een rechte lijn naar voren. Ik heb geleerd dat ook een omweg via C je van A naar B kan brengen. Als je via C een hoop minder gedoe krijgt doe je dat toch? Als we de eindstreep maar halen en samen trots zijn!

‘Ook nu weet ik nog niet precies waar we op uit komen’. De nieuwste opdracht van Marise is het vernieuwen van ruim 800 bruggen in Amsterdam. ‘Om te beginnen heb ik een goede projectmanager in de arm genomen. Iemand die tegen de stroom in durft te roeien. Als opdrachtgever zit ik hem dicht op de huid. Totdat ik het gevoel heb dat hij het vast heeft’ vertelt ze. Wat bedoel je daarmee, ‘iets vast hebben’? vraag ik haar.

‘Ik wil graag zien dat iemand het vast heeft’ vervolgt ze. Als gevolg van mijn nieuwe opdracht moet ik het project Waterlooplein overdragen. Ik wil dat goed doen. Ik maak het af tot het moment dat de bouw start. Een overdacht is geen harde lijn. Het is niet een pakketje, waarvan je zegt ‘hier is het’. Overdracht is een kwestie van in- en uitfaseren.

In deze overdrachtsperiode zit ik de nieuwe projectleider nog wel op de huid. Ik zie bijvoorbeeld een mailwisseling langskomen met  emoties en geruzie. Mijn eigen manier is dat ik daar  de angel uittrek door de mensen persoonlijk te benaderen. Om ze te bewegen iets anders te verzinnen, oplossingen te zoeken in plaats van ruzie te maken met elkaar. Ik maak uit die mailwisseling op, waarin ik overigens in de cc sta, dat de nieuwe projectleider iets doet of liever gezegd, iets nalaat. In het gesprek met hem daarover ontdek ik dat hij de kwestie wel degelijk goed in beeld heeft en er gezond mee omgaat. Daaraan zie ik dat hij het project ‘vast heeft’.

         ‘Ik ben het project. Ik droom het. Ik wordt wel eens vroeg wakker en dan neem ik het hele project door in mijn hoofd. Ik kan het pas loslaten als ik merk dat mijn opvolger ook het hele projectspeelveld overziet, wie doet wat wanneer en waarom: de teamleden, het bestuur, de bestuurlijk opdrachtgever, de bewoners en ondernemers.

In mijn nieuwe rol bij kades en bruggen zie ik het als mijn taak het nieuwe team door de wereld die Amsterdam heet te loodsen. We werken aan een enorme opgave waarbij we enorm moeten gaan opschalen om het vereiste productietempo te halen.  Als metafoor heb ik een glazen stolp in gedachten die je over de uitvoering heen zet. Onder die glazen stolp bouwt het projectteam ongestoord aan bruggen en kades. Om dat voor elkaar te krijgen heb ik een soort ‘curlingouders‘ nodig die alle oneffenheden die de uitvoering in de weg zitten wegpoetsen. De vraag is nu wie die curlingouders zijn en hoe we dit gaan regelen.

Ik vind het een super leuke opdracht! Ook nu weet ik nog niet precies waar we op uit komen. Het grote plaatje zie ik wel, maar het zou zomaar kunnen dat er een moment is waarop ik die heksenbezemboom tegenkom en dan ontdek, ‘oh ja, die had ik nog niet in detail gezien’. Maar ik ga het wel fixen!’