Bewogen Beweger

2560 1491 Meestersinprojecten

Een project? ‘Dat is een teamprestatie’ antwoordt Désirée onmiddellijk. ’Ik ben een projectenmens omdat ik heel graag samenwerk met anderen. Ik wil gestresst zijn, het gevoel hebben dat ik het allemaal niet voor elkaar kan krijgen en dat ik moet zoeken naar oplossingen. Ik vind het leuk om structuur te brengen in de aanpak van een opgave. Wat is die stip aan de horizon en hoe gaan we daar komen? En dat ook om dat echt samen met mensen te doen.’

Aan tafel op een dag diep in december 2020 de nog af te bouwen boerderij midden in de landerijen praat Désirée honderduit over haar vak als projectmanager bij de gemeente Amsterdam, regelmatig onderbroken door haar gulle lach. Hoewel, vak? Gezien de bevlogenheid waarmee ze vertelt is het woord roeping misschien beter op zijn plaats.

Na haar studie sociale geografie kwam ze via een start als aardrijkskundedocent en een tussenstation als projectsecretaris bij de Hogesnelheidslijn Oost aan bij wat toen nog de Dienst Infrastructuur en Vervoer heette van de gemeente Amsterdam. Als assistent projectmanager ging ze aan de slag met het project IJ-tram eerste fase. ‘Die reed toen nog niet, sterker nog, er moest eerst nog een spoor verhoogd worden  bij het huidige Rietlandpark,’ vertelt ze.  ‘Het oorspronkelijk treinspoor lag toen nog op het maaiveld. Dat is eerst verhoogd door Prorail, zodat we daarna de Rietlandparkhalte hebben kunnen maken. Dat was mijn eerste project. Na een jaar nam ik de rol van omgevingsmanager binnen het project IJtram over van iemand die iets anders ging doen. Nog eens twee jaar later werd ik junior projectmanager en nu alweer vele jaren senior.

Wat maakt je projectmanager?

‘Het was bij mij de behoefte om meer een stempel te drukken op hoe het moet. Ik heb heel veel gehad aan de projectmanager waar ik in mijn eerste project voor kwam te werken. Dat was een ouwe rot in het vak, Jan Elderhorst, daar denk ik nog altijd met veel plezier aan terug. Die zag iets in mij. Die dacht ‘haar kan ik wel loslaten’. Hij  nam mij samen met een ander collega onder zijn hoede. Inmiddels is hij al lang met pensioen.

Projectmanagement is bij uitstek iets wat je gewoon in de praktijk moet doen, maar het is wel handig dat je wat theorie krijgt over hoe het in ideale omstandigheden het beste zou kunnen. Ik vind het wel goed dat je dit ook af en toe herhaalt. Er komen nieuwe inzichten waar je dan kennis van neemt en je afvraagt wat kan ik er dan mee?

Ik heb nu zelf twee collega’s die ik coach. Dan bespreken we dingen waar ze tegenaan lopen en dan vragen zij hoe ik het zou aanpakken. Dan zeg ik tegen ze, ‘Let op, dit is zoals ík het doe’. Je moet niet gaan kopiëren, want wij zijn niet hetzelfde. Probeer er uit te pikken waarvan je denkt ‘hé dat is interessant!’. Iets wat bij je past, dichtbij je ligt, of wat juist spannend is en vooral een keer uit moet uitproberen.’

Hoe kijk je naar je team?

‘Ik vind houding en gedrag belangrijker dan kennis en vaardigheden die je in huis hebt. Ben je bereid je in te zetten om iets onder de knie te krijgen wat je nog niet eerder gedaan hebt? Soms is het alleen maar vervelend als je iets onder de knie hebt, want dan sta je niet meer open voor andere dingen. Dat kan belemmerend werken. Kennis kun je opdoen, maar houding en gedrag is iets persoonlijks. Ga je een tandje harder lopen omdat het werk het op dat moment vraagt? Ben je in staat een onverwachte situatie niet als vervelend te voelen, maar meer als ‘ja, het is nu even nodig omdat we met z’n allen willen dat het moet blijven draaien en dat het wel goed komt’?

De vaardigheden, de dingen die mensen kunnen, die moeten in een team elkaar aanvullen, die moeten niet allemaal hetzelfde zijn. Over hoe je in het leven en in het werk staat, daar moet wel een gemeenschappelijkheid in zitten. Dat moet kloppen in het team. Dat maakt het leuk!

Het gaat over iets wat niet tastbaar is. Over het lezen van mensen. Ik ben sensitief voor wat er speelt in een team. Het is bijvoorbeeld de manier waarop iemand iets zegt. Het is ook hoe mensen erbij zitten. Overigens is dat nu wel lastiger met het beeldbellen in coronatijd. Zelf ben ik ook een open boek. Iedereen weet waar ik woon en we hebben hier regelmatig bijeenkomsten. Ik heb de drempel laag liggen, vertel over wat me bezighoudt. En vraag mensen er ook naar. Ik merk dat mensen dat prettig vinden.’

 Hoe werkt een collectieve stip?

In het project de Binnenring werk ik met verschillende mensen uit verschillende organisaties. Vervoerregio, GVB, Stadsdeel, allemaal belanghebbenden met ieder hun eigen stip. Door er met hen over te praten als we de opdracht krijgen proberen we er met zijn alleen een gemeenschappelijk stip van te maken. Daar zijn de Projectstartups voor bedoeld.

Het is vooral focus aanbrengen. Je hebt een kapstok nodig, een soort pad, zodat je weet waar je van afwijkt. En het gaat er uiteindelijk niet om dat je strikt moet vasthouden aan dat pad. Het is niet een doel op zichzelf, die stip, maar het is eigenlijk om je weg daarnaartoe af te bakenen en het behapbaar te maken.

En dan is het wel de kunst dat je goed gesteld staat. Dat je zo flexibel bent dat, zodra zich een kans of bedreiging voordoet, je kunt bijstellen als het nodig is. Dat bijstellen wegen we altijd goed af. Het pad en de stip hebben een marge waarbinnen je beweegt. Het kan zijn dat je uiteindelijk ergens anders uitkomt dan je eerst dacht. Zolang je maar weet waar je van afwijkt. Voor mij werkt dat goed. Als je kunt verklaren waarom het zo ontstaan is dan heb je het goed gedaan.’

 Hoe zien anderen jou?

‘Ik kan behoorlijk direct zijn. Als iets me niet bevalt dan kun je dat wel aan mij zien. Dat kan ik niet binnenhouden. Maar goed, ik kan daarna ook wel sorry zeggen hoor, zo van dat had ik niet zo bedoeld.

Het verrast me af en toe dat er belang wordt gehecht aan wat ik zeg. Ik heb wel een soort van autoriteit. Daar ben ik me niet altijd van bewust. Ik sta daar gewoon niet bij stil. En ja, ik ben wel degene die richting geeft. In heel veel gevallen voel ik niet dat ik iets aan het doordrukken ben, maar dat ik doe wat er nodig is. Het kan zijn dat andere mensen dat anders ervaren, dat weet ik niet.

Ik denk dat mensen mij als een gedreven mens zien die voor haar team staat en er heel veel energie instopt. Ze vonden het bijvoorbeeld geweldig dat ik als jaarafsluiting een pub quiz heb georganiseerd. Compleet verzorgd met een pakketje dat ze thuisgestuurd kregen. Wat ik erg leuk vind is dat de vaste kern hier gewoon bij is. Niet dat ze denken ik heb een eigen borrel. Nee, ze doen gewoon mee want dat is veel leuker.

Dat is wat ik graag tot stand wil brengen. Dat mensen het idee hebben dat het iets speciaals is waar we aan werken. Dat het af en toe ook pittig is en  we elkaar soms wel achter het behang kunnen plakken hoort erbij. Want ja, uiteindelijk hebben we wel verschillende belangen.

Ik hecht waarde aan onderlinge verbinding. Ik vind het belangrijk om die verbinding tot stand te brengen. En ik vind het leuk om na te denken over ‘hoe doen we dat dan in deze coronatijd?  En dan denk ik, ‘oh ja, een ‘week-up-call’!.

Iedere donderdag zitten we om half tien met zijn veertienen voor de camera. Planners, financieel adviseurs, risicoanalist, projectassistentes en nog veel meer. Iedereen is er. Dan begin ik eerst met lief & leed, met wat er op het persoonlijke vlak speelt in het team, ook bij mijzelf. Daarna volgt een rondje waarin iedereen aan het woord komt. Wat heb je gedaan, wat ga je doen en wat heb je van het team nodig? Elke keer lukt het om dat binnen het uur af te ronden. Ik heb ze laatst gevraagd  ‘jongens, moet het anders, zijn jullie niet een beetje klaar met dit format?.  ‘Néé, nee! Dit vinden we zo leuk dat we elke week elkaar even spreken!’ OK, dan houden we het erin!’

Welk project houd je bezig?

‘De renovatie van de Bullebak als één van de projecten die onderdeel uitmaken van het project Binnenring. Dat loopt nu goed. Maar we hebben in de aanloop wel heel veel verrassingen gehad’ zegt Désirée lachend. ‘Dat had niet alleen iets met de brug zelf te maken maar ook met de omgeving. Maar goed, dat hebben we allemaal getackeld.

Toen we in 2016 aan de Bullebak begonnen waren we als gemeente ons er nog niet van bewust wat er met onze bruggen en kades, al die pareltjes in de stad, aan de hand was. Nu hebben we daar het programma Bruggen en Kademuren voor gestart. Daar was toen nog geen sprake van.

Met de aanpak van de Bullebak waren wij de eerste waarbij overduidelijk bleek dat er heel veel dingen niet klopten. Het begon al met dat er onvoldoende geld was gereserveerd. We namen dit project over van de beheerder, de assetmanager. Die stelt op een gegeven moment dat de brug zo oud is dat hij aangepakt moet worden en berekent wat de renovatie gaat kosten. Dat bedrag komt als budget voor het project in de begroting.

In ons vooronderzoek bleek het bedrag niet compleet. Dat wordt er wel bij gezegd door de beheerder als toelichting bij het te reserveren bedrag, maar het wordt nooit onthouden. Het bijstellen van het budget werd erg ingewikkeld. Het ging op een gegeven moment niet meer over het projectbudget, maar over hoe we georganiseerd zijn als gemeente. Dus dat was wel alle zeilen bijzetten.

Ik vind het belangrijk dat we dit bij de start van mijn project goed geregeld hebben, want het risico bestaat dat het aan je project blijft hangen. Zo van ‘oh ja, dat was zo moeizaam, daar moest continu geld bij’. Dan is het net of het project het niet goed gedaan heeft, terwijl het een enorme voorgeschiedenis heeft. Gelukkig zijn we er goed uitgekomen.

Wat was je mooiste project?

Dat is de renovatie van de Hogesluis. Zo’n mooie brug! Kort nadat we de aannemer geselecteerd hadden begonnen de problemen al.

Er lag een politiekabel die vooraf niet bekend was, waardoor de hulpbrug die we bedacht hadden niet aangelegd kon worden. Dus moesten we eerst die kabel verleggen. Dat betekende gelijk en half jaar vertraging. Terwijl je een aannemer al gecontracteerd hebt hè!

Toen we vervolgens de brug gingen ontmantelen bleek dat hij veel en veel slechter was dan we dachten. Ons uitgangspunt was dat we de bestaande pijlers zouden verstevigen, nadat we al het natuursteen en alle schildjes die er opzitten hadden verwijderd. Maar dat kon helemaal niet. We zagen overal scheuren in de ontmantelde pijlers. De  brug was veel slechter dan we dachten. En dus moesten we ons hele plan omgooien. Eigenlijk moest alles gesloopt worden.

Maar dan komt Monumentenzorg om de hoek kijken. Die oorspronkelijke pijlers waren uit de zestiende eeuw. Die moesten echt weg, dat kon niet anders. Wat we konden behouden waren de later aangebrachte negentiende-eeuwse monumentale onderdelen.

We hadden een heel fijn team met Jeffrey en Jan als directievoerders. En ook een aannemer waar je goed mee kon werken. We hadden vooraf in een bouwteam-achtige constructie een nieuwe ontwerp gemaakt met de aannemer. Die zat daar goed in. Het was ook voor hen een prestige project. Het ging om een rijksmonument op een heel ingewikkelde plek over de Amstel: een verkeersader én een hoofddoorvaartroute en dat moest allemaal in stand blijven. En het lukte. Ik denk dat we uiteindelijk 3 jaar bezig zijn geweest. Ja, ik vond dat gewoon fantastisch!

Op de Dag van de Bouw had ik Monumentenzorg erbij gevraagd en die kwamen verhalen vertellen over de geschiedenis van de Hogesluis, bijvoorbeeld dat hij ouder is dan het Amstelhotel! Er was ook een natuursteenhouwer aan het werk, zodat mensen konden zien wat het betekende om één blok natuursteen in oude staat te herstellen. Over één zo’n blok deed hij een hele dag dus begreep iedereen gelijk hoeveel tijd het kost als er nog zoveel blokken te gaan zijn. Dat was gewoon hartstikke leuk!

Dat wil ik bij de Bullebak weer. Kom op jongens, we moeten iets leuks doen op de Dag van de Bouw! Het is een gemeentelijk monument!

‘Where is the mojo?’

Omdat je met mensen werkt is het werk in een project nooit altijd hetzelfde. We kunnen kritisch zijn naar elkaar, maar we hebben wel dezelfde stip voor ogen. Ik vind het belangrijk dat de opgave je energie geeft. Of zoals Austin Powers dat zegt, ‘Where is the mojo?’’ Als het klopt in het team, dan zit daar een bepaalde flow in, waarmee je het gewoon aankan. Het belangrijkste resultaat is in mijn ogen niet alleen ‘we hebben de planning gehaald’,  maar ook hoe tevreden we zijn over hoe we er gekomen zijn.